Er vliegt een vliegtuig over. De zon schijnt op mijn allang verzadigde huid. Nog even wat meer, nog even wat pakken. Dat moet in een land als het mijne, waar elke regen-app de ander altijd tegenspreekt en je pas goed zit als je te allen tijde zowel een regen-, zomer-, als winterjas uit je tas kunt toveren.
In de verte hoor ik meeuwen vechten om de belangrijkste zaken in hun leven: eten en meer eten. Bomen ritselen van het zuchtje wind dat er af en toe is. Het kortstondige, maar oh zo welkome briesje tijdens deze hete pre-zomerdag. Ik denk aan iedereen in het vliegtuig boven mijn hoofd. Zo hoog en dan al die raampjes en zien ze mij? Ik hen niet. En het boeit me eigenlijk ook niet. Want ik zie jou. Je bent weer vreselijk overal in mijn hoofd. Ik denk aan de honderden foto’s op mijn telefoon van vliegtuigen in jouw lucht en in de mijne met daarnaast haastig gekrabbelde tekstjes: this you? Het werd een running gag.
Want we mochten immers niet vliegen en wisten bij elk vliegtuig dat als er één ding zeker was, het was dat de ander daar absoluut niet in zat. Maar het herinnerde ons wel aan die wens. Dat dat zo was. Dat we op elkaar af konden rennen. Dramatisch, filmisch, op het vliegveld. Terrein van uit-het-oog-verloren liefdes, zoetsappige herenigingen en nieuwe beginnen. Dat we onszelf in elkaars armen konden katapulteren. Handen overal, kussen. Bagage die op de grond gepleurd werd. Omstanders die toe zouden kijken vol ontroering: dit was een liefde zoals je bijna nooit zag. Zo puur, zo oer- en oerdiep gevoeld. Wat prachtig mooi. Sommigen klapten. En dan hand in hand samen vertrekken. Jij mijn bagage achter je aan slepend, een arm om mijn schouders. Moe, voldaan, euforisch, hyper en tegelijkertijd stil en overrompeld van meer dan een jaar uitgestelde blijdschap. Vliegtuigkleren nog aan en de geur van reizen nog in de lucht.
Het vliegtuig is bijna achter een wolk verdwenen, en ook jij zweeft weer langzaam weg uit mijn hoofd. De hevigheid waarin je weer eens verscheen zet een turfstreepje achter zijn naam. Vierduizenddrieëntwintig. Ik voel de zon, hoor de blaadjes en vlucht naar binnen. Weg van de hitte. Weg van jou. Tot je weer eens voorbij vliegt.
Geef een reactie